Alleen bij God vindt
mijn ziel haar rust
van Hem komt mijn redding
Hij alleen is mijn rots en
mijn redding,
mijn burcht, nooit zal ik wankelen.
Psalm 62
Vandaag zou het een zonnige dag zijn, zo’n heerlijke lentezondag. Buiten zie ik een boom vol bloesem die straalt in de regen, naast bomen die er zo doods uitzien, dat je je afvraagt of er nog leven in komt. Het is een gekke tijd. Niet alleen in de natuur, ook in de wereld.
Eén man valt Oekraïne binnen omdat hij vindt dat het van hem (of moedertje Rusland) hoort te zijn. De acties van die ene man, omweven met leugens of op zijn minst halve waarheden, beïnvloeden de hele wereld. Tekort aan gas. Tekort aan graan, te kort aan eten voor met name de armere contreien. En ondertussen raken we bijna gewend aan de verschrikkelijke foto’s van vluchtelingen. Ik stel me voor dat het ons overkomt. Het huis waar we nu een aantal jaren zo hard aan gewerkt hebben, in puin. Ons spaarpotje dat we opbouwen voor pensioen (als zelfstandige ondernemer), daar kunnen we niet meer bij. De spulletjes die we met veel liefde bij elkaar verzamelden, worden geroofd, kapotgeschoten, vernietigd. De hypotheek blijft staan. Nico moet in het leger, ik moet alleen vluchten, mijn ouders, willen die mee of liever in Twente blijven? Mijn kinderen? Die hebben een eigen leven, dus alleen? Waar moet ik heen? Geen medicijnen bij de hand, geen passende kleding – hopelijk nog een harde schijf (met mijn diploma’s gedigitaliseerd), en met alleen nog mijn leven. Maar wat is daar nog van over …
Als ik er zo over nadenk, word ik bijna misselijk van machteloosheid; een gevoel dat ook overheerst wanneer je de beelden van overstromingen in Australië ziet, een realiteit die je niet voor mogelijk had gehouden in juist dat land. Ook daar raken mensen alles kwijt, en moeten zichzelf opnieuw uitvinden.
Dichter bij huis, bereiden we ons voor op ons PowerParent weekend, voor mensen met verscheurde huwelijken, mensen die zichzelf volledig kwijtraakten, zichzelf opnieuw moeten uitvinden, omdat alles hen bij de handen afgebroken is in de scheiding. Verdwenen het zelfrespect, relaties, je huis en haard in veel gevallen, soms je baan. Je herinneringen besmeurd, wat was waar, wat blijft staan? Bij iedere bijzondere gebeurtenis met kinderen, waar beide ouders worden verwacht weer de confrontatie en pijn.
Of nog heftiger: vechten mensen; jong en oud voor hun leven tegen ziektes die menselijkerwijze niet te overwinnen zijn. Heer ontferm u.
David kende de realiteit van gebrokenheid op alle mogelijke manieren. Hij kende zijn eigen verlangens die hem tot verkeerde keuzes hadden geleid: overspel, moord. Hij wist wat het was om zelf vervolgd te worden door hooggeplaatsten (koning Saul) en zijn kinderen (Absalom), hoe hij het liefst moeilijke dingen en de confrontatie die erbij hoorde uit de weg ging (verkrachting in zijn gezin) als hij het niet met zijn vuisten kon uitvechten. Hij was een krijgsheer, goed in het voeren van oorlog, een tacticus. Hij genoot van het leven als dat kon, hij weet waarover hij spreekt. Had in al zijn menszijn en gebrokenheid een diepe relatie met God. Vriend – noemt God hem.
Als we het van iemand serieus mogen nemen is het van David: alleen bij God vindt mijn ziel rust. De wereld blijkt niet maakbaar. We dachten dat we aardig de controle hadden misschien, maar het blijkt een illusie. Tegelijkertijd zien we dat onze invloed klein is. Dat grote woorden gebruiken makkelijk is, maar dat de bijbehorende daden (en haar consequenties) voor ons moeilijk zijn; want ‘What’s next’?
We willen zo graag dat alles een beetje bij het oude blijft … een beetje liefde, een beetje vrede … Alleen bij God vindt mijn ziel haar rust. Dicht bij Hem blijven. Weten dat Hij onze rots en redding is. Leven vanuit de wetenschap dat wat ons ook overkomt, Hij met ons is. Erkennen dat we het niet moeten hebben van ons leger of onze materiële zaken.
Dat bid ik ons allemaal toe: de wetenschap dat de macht van God is, dat Hij liefdevol is en letterlijk onze vrede is. Het kwaad van vernietiging dat steeds meer gezichten krijgt, is overwonnen in het kruiswerk van Christus. Laten we in die wetenschap elkaar vasthouden, bemoedigen en steunen. Laten we ook vanuit die werkelijkheid ons uitstrekken naar de vluchtelingen, de moeders en hun kinderen, veraf en dichtbij en zo deelgenoten en getuigen zijn van die vrede – die alle verstand te boven gaat.
Want de bomen gaan weer bloeien, wapens zullen worden omgesmeed tot ploegscharen, we strekken ons uit, vol verlangen, naar die vrede!
Marja Krans
Uit het gemeenteblad Cifrah - april 2022